donderdag 8 april 2010

Voorspelling

Badend in zweet, met trillende handen en een voortdurende rusteloosheid zat ik de laatste dagen in college. Het waren ontwenningsverschijnselen van een aantal weken bioscooploosheid. Mijn Nederlandse identiteit toonde zich in de gierige gedachtes die ik kreeg: ik betaal achttien euro voor ongelimiteerde toegang tot films en de laatste keer dat ik ging was meer dan twee weken geleden. Op mijn vrije dag toog ik naar Rotterdam Zuid, Pathé De Kuip - helemaal naar Zuid omdat ik net een klein kind ben: dat is mijn plekje.

Enigszins gehaast stapte ik de sneltrein in. Met de zonnebril scheef op mijn neus, mijn overhemd half uit mijn broek en mijn tas achter me aan sleurend vond ik een plekje bij het raam. Na mijn laptop te hebben aangezet vroeg een zachte vrouwstem me of de plek naast me nog vrij was. 'Ik mag aannemen van wel', zei ik op een veel te vriendelijke toon. 'Dan zit ik hier', zei de vrouw resoluut. In het felle zonlicht was het gezicht dat me aankeek witdof met zwarte ouderdomsvlekken, het vale, roodgeverfde haar plakte aan haar wangen en twee groene ogen doorkruisten me. Even voelde ik me ongemakkelijk.

'Kind', zei ze na drie minuten ongemakkelijk te hebben gewiebeld in haar stoel. 'Ik voel enorm veel energie bij je. Je bent onrustig. Het maakt me moe.' Ontdaan van de zojuist gesproken woorden probeerde ik een gevatte reactie te geven. Moest ik me verontschuldigen? Moest ik het negeren? Wilde ze dat ik verder vroeg? Stomverbaasd zei ik: 'Onrustig?'.

'Jazeker - en je weet dondersgoed wat ik bedoel, jong. Je bent stom bezig. Waarom zoek je de fouten bij jezelf? De fout zit bij de ander, als de fout al bestaat. Sommige dingen moet je niet willen, zijn beter zoals ze zijn. Jongen, tel je gunsten en gaven stuk voor stuk. Laat dat waarop je jaagt zitten: een zwarte schaduw valt over je en brengt je een gevoel van minderwaardigheid en depressie. Je wordt gek, je stort in. Het is jouw tijd, alleen zoek je het op een verkeerde plek. De afwijzing is eeuwig zonde, dat is niet aan jou om in te zien. De ander zal op zijn vergissing terugkomen, maar jij zult verder zijn. Morgen zul je jezelf eventjes naar voelen, daarna is alles helder.' Het orakel had gesproken.

Mijn zonnebril rustte op het uitgeklapte stoeltafeltje. Met een open mond keek ik de dame aan. Stamelend wilde ik vragen waar dit vandaan kwam, waarom ze me dit vertelde. Ze was me voor en stond op. Zoekend liep ze in de richting van een andere coupé en ten slotte verdween ze met een zacht sissen van een treindeur. De witharige man tegenover me staarde me aan, het meisje met de Elle-girl die haar oordopjes nieuwsgierig had uitgedaan keek met een brede grijns. Met een lach liet ik me in mijn stoel zakken: ik trek ze aan.

Vanmorgen werd ik misselijk tijdens Globalisering. Ik trok wit weg en zocht in haast mijn appel. 'Je gezicht ziet er niet zo goed uit, Nick', zei Jenn bezorgd. 'Ik voelde me ook niet goed, maar nu wel. Nu gaat het veel beter. Een appel doet wonderen.' antwoordde ik. Stiekem wist ik beter.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten