donderdag 8 april 2010

Luister

Chaos, wanorde, verwarring. Alles gaat snel. Te snel. De laatste paar weken zijn als een aaneenschakeling van grote gebeurtenissen voorbij geschoten. Het is alsof iets komt in plaats van niets dat in plaats van iets beters dat in plaats van iets minders komt. Dan weer verantwoordelijk zijn, dan weer volwassen overkomen, dan weer redelijk handelen, dan weer anticiperen, dan weer mild blijven, dan weer slikken en doorgaan.

Ik was diegene met de slapeloze nacht, die het geluk soms niet kon beamen. Ik was diegene die niets deed, vaak alleen maar wacht in mijn schuilhoek achter glas. Soms dacht ik dat ik alleen was, en vond ik na lang vruchteloos zoeken een dichtgeslagen boek.

Dan hoorde ik: 'je bent niet alleen, we zijn samen'. Van een vriend, een vreemde of een familielid - en vaak wilde ik dat niet horen. Ik ben het type van altijd-doorgaan-want-wat-je-niet-doodt-maakt-je-sterker; laat mij maar lekker in mijn zorgen zitten, ik kom er zelf wel uit. Al die liefde en dat vriendelijk doen, maakt dat ik me gedwongen voel om dingen te voelen die ik liever wil verdringen. Of misschien komt het omdat ik niet de hulpbehoevige wil zijn, niet zwakker wil lijken dan ik ben.

Maar nu was anders.

Het draaide niet om zwak of sterk, laf of dapper, want niets was in plaats van iets anders in plaats van iets beters. Dus niets was in plaats van voldoening of spijt. Dan waren woorden als: 'ik ben bij je en je bent niet alleen' iets onverwachts dat mijn woede suste. Of iets dat mijn razende gepieker wegnam. Een paar seconden rust, als een oogopslag, een hand, een lach, een herinnering de stormen in mijn hoofd heeft bezworen of verdoofd.

En dan is het terug. Ah, ja, dan is het terug. Dat lome zomerdaggevoel van laat-maar-komen. En wat ik niet wilde zien of wie ik ijskoud voorbij liep, blijkt met mij verwikkeld in dezelfde dans.

In plaats van mij dan druk te maken om alles wat er in hemelsnaam nog komen moet als er zoveel kan gebeuren in zo'n korte tijd, lijkt elke afstand te vervagen. Dan ben ik niet om beurt verliezer of held, dan hoeft niet ieder ding op zich geproefd of verteld en mag ik verdrietig zijn. Dan is het fijn dat ik op schouders van vrienden, vreemden en familie wordt gedragen en niet alleen een naam ben die ik enkel schrijven kon. Nee, dan hoef ik mij niet meer af te vragen wat ik waard ben, wat ik wel en vooral niet kan, waar ik ophield en de rest begon. Het volmaakte van de mensen om me heen maakt dat ik me vergeet af te vragen waarom het niet ophield of waar de rest begon.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten