donderdag 8 april 2010

Vlaconflict

Naar aanleiding van dr. Woertman, "Schoonheid is een keuze" - Wetenschapsfilosofie.

Het hedendaagse boodschappendoen is als het nemen van een militaire hindernisbaan: strijden om dat laatste pak Kellogs, ruziĆ«n met de afgevaardigden van het lokale bejaardentehuis over wie het eerst in de rij stond en voorbijrazende vakkenvulkarretjes ontwijken als je eventjes stilstaat. Om niet te spreken over de niet te ontlopen dikke rij kinderen voor het koelvak. Ze doen een gezamenlijke wave van gehups en gewijs terwijl hun ouders wanhopige pogingen doen hun gebroed ervan te overtuigen dat gezond toch echt beter is dan een leuk kleurtje of plaatje. “Nee, ik wil die”, klinkt een stem vanuit de kindermenigte net als ik een vinger zie wijzen naar schreeuwerige Dora-afbeeldingen. De blondine van middelbare leeftijd achter een roodharige meisje grijpt de vlacupjes en smijt ze het mandje in: snel toegeven, dan is er geen onnodig lange strijd.

Deze plaatselijke intergenerationele vlaconflicten zijn geheel in stijl van onze tijdsgeest. We leven namelijk in een tijd van uiterlijk en gevoel, een era waarin een glanzende oppervlakte even belangrijk is als de technologische verbeteringen aan een product; een tijd waarin de volwassene honderden euro’s extra uitgeeft voor een glanzend zwart mobieltje en de peuter liever vla uit een gepimpt bakje eet. Critici laten geen medium ongeroerd om te prediken over mogelijk gevaar: de kans is groot dat het gevoel van smaak de rationaliteit overtreffen. Dat zou impliceren dat we de hippe danoontjes zonder enige andere reden dan uiterlijk prefereren boven de huismerkvlacupjes, of dat we Nazi’s voor goed aanzien.

Het voorbeeld van de vlaconflicten maakt duidelijk dat deze critici vooral cynisch van aard zijn. Kinderen zien misschien alleen het uiterlijk, ouders zijn rationeel als ze toetjes kopen – het opvoedprobleem van toegeven aan dreinende kinderen daargelaten. De angst die zulke doemdenkerige critici zaaien – de angst dat uiterlijk en inhoud niet kunnen samengaan – durf ik daarom geheel ongegrond te noemen. In mijn visie is een product namelijk een opeenstapeling van verschillende factoren, bronnen van waarde. Het esthetische van zo’n cupje vla is een autonome waarde van het product, evenals de smaak, de prijs en tal van andere factoren. Die waarden zijn inherent aan het product en je kunt niet zeggen dat de een beter is dan de ander; de factoren zijn namelijk onderling verbonden, soms in onderlinge strijd.

In diezelfde angst willen we nog weleens roepen dat uiterlijk betekenisloos is. Vooral als we het hebben over personen is het eufemistische “innerlijk is belangrijker dan uiterlijk” een tegeltjeswijsheid dat als heilig wordt beschouwd door het leeuwendeel van de bevolking. Het is echter een schijnbare tegenstelling om op basis van schoonheid te zeggen dat het model op teevee vast geen karakter heeft: wanneer je dat doet, impliceer je dat schoonheid wel degelijk een betekenis heeft. Het is daarom gevaarlijk om te zeggen dat het uiterlijk er niet toe doet, betekenisloos is – je moet er geen betekenis aan geven, maar beschouwen als een aspect van het object.

Als het object een mens is, lijken we dat van nature moeilijk te kunnen. Dat is vreemd, want waarin verschilt schoonheid van aangeboren talenten voor muziek, leren of dans? Op kinderen die beter willen presteren op school, sterker willen worden of hun sporttalent willen ontwikkelen reageren we ondersteunend. Die kinderen sturen we naar de beste scholen en sportclubs om hun talenten te ontwikkelen. Als een kind echter vraagt of het mooi is, schiet menigeen al snel in een cultureel spasme van ontwijken.

Stel dat de dochter van de blondine uit het toetjesvoorbeeld had gevraagd of ze mooi is, dan had de blondine geantwoord dat uiterlijk totaal onbelangrijk is. De dochter zal geliefd worden om haar andere eigenschappen en waarden, hoe ze er ook uitziet. Hiermee verzekert ze haar dochter er niet van dat ze er goed uitziet of dat ooit zal zien – door te ontwijken versterkt ze de aanname van dochter dat ze er inderdaad niet uitziet. Als dat zo is moeten we de eerdergenoemde opvoedproblemen niet buiten beschouwing laten. Als dat zo is, dan ligt in de wijsheid van de moeders dat het uiterlijk van het vlacupje er niet toedoet de reden van de buitensporige cosmetische ingrepen van hun kroost. Immers, als het uiterlijk van het toetje betekenisloos is, is dat van het kind ook van geen enkele waarde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten