donderdag 8 april 2010

Muurtjesbouwer

En dit ben ik. Ach, ik. Zelfs als je me wilt tegenhouden, dan win je niets. Want dit ben ik. Ik ben grofgebekt. Ik denk: in mijn hoofd en iets te vaak hardop. Ik lach, soms om niets. Mensen kijken dan en snappen het niet. Ik ben sociaal, soms té. Ik kan acteren. Niet op teevee, nee, in het leven. Ik kan niet acteren, ik kan manipuleren. Ik kan sturen. Ik ben impulsief, ik ben een denker. Ik ben alles en toch net dat beetje niet. Ik ben lief, soms té. Ik ben aardig: de perfecte buurjongen. Ik ben een goede frietenbakker, een goede student. Ik kan aardig leren. Ik maak graag understatements. Ik heb helden. Ik ben nuchter en toch graag zweverig. Ik ben enorm empathisch en kan mijn eigen gevoel niet uiten. Ik ben graag alleen. Ik wil soms zomaar iemand opbellen om dingen te zeggen; of sms'en, ja, sms'en. Ik ben lomp. Ik ben een broer en een neef. Ik ben ik en ik ben ook hen. Kon je mij nou maar eens zien zonder ook naar hen te kijken.

En dat ben jij. Ach, jij. Zoveel andere tuinen vol bloemen, maar de jouwe probeer ik levend te houden. Je ziet het niet. Ik draag water, ik praat. Je ziet het niet. Bloemen sterven, ik plant bij. Tevergeefs, denk ik. Toch houd ik vol, want eens, eens. Ik kan jou niet tegenhouden en als ik wil, dan win ik niets. Jij denkt: achter je muur van maskers en rollen. Ik brak erdoorheen. Jij lacht, soms om mij. Mensen kijken dan en zien niet wat ik zie, ze snappen het niet. Jij bent sociaal, vaak merk ik daar niets van. Jij kunt niet acteren. Dat hoeft ook niet, want ik wil ieder woord van je geloven. Jij bent mijn understatement, mijn held. Jij bent nuchter. De reden dat ik zweef. Jij bent niet graag alleen, alleen niet vaak met mij. Jij wilt vast weleens iemand opbellen, sms'en en toch blijft mijn telefoon stil. Jij bent jij en ook mij. Kon jij jezelf nou maar eens zien door naar mij te kijken.

En soms, soms wens ik dat hem was. Want zie je niet dat ik stemmen hoor en hoor je niet dat ik van je dagdroom? Het liefst gil ik. Het liefst schreeuw ik. Het liefst zou ik alles opgeven om niet over het hekje jouw bloemen water te geven, maar het paadje in te lopen en in jouw aarde te vroeten. Ik weet dat jij het weet en ik wil ook niets anders.

En soms, soms ben ik als Mariella. Zij had een prittstift en ze lijmde haar lippen aan elkaar. En ze sprak niet, nee, maakt geen geluid. Weet je? Mensen zeiden dat ze als een muis was: ze maakte nooit een gelud. Nee, ik ben niet zeker. Ik ben geen held. Zie het nu eens.

En dat zijn wij. Ach, jij en ik.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten